09 okt Voorbij civilisatie/ wat er overblijft
Het dunne laagje sociale humus was uitgeput, de grond onder de civilisatie weggevallen. Eronder lag een landschap van ingeslagen winkelruiten,
geplunderde etalages en ingeslagen koppen. Hiƫrarchie was iets uit een andere wereld, omgangsvormen waren dood. Hier restte alleen de waanzin.
Ik kon niets met deze woestenij. Sommige mensen kunnen maken. Anderen repareren. Dokters waren altijd nodig. En hooligans overleefden gewoon omdat
ze geen moraal hadden. Ik had alleen mijn observaties en de woorden die ik eraan gaf.
Maar toch. Rond het kampvuur zit het altijd rijen dik als ik vertel. En niemand slaat een ander zijn hersens in.