22 mei Haastklus
Ze gaat naast hem zitten, hij staat zo wel weer op. Een karretje komt aangereden, er stapt een man met een plastic zak uit. De man maakt boze geluiden en opent de zak. Ze springt op, het kind beweegt zich niet. Ze schreeuwt naar de man, roept dan haar kind. Het haalt niets uit. Paniekerig rent ze heen en weer, ze wil hem niet alleen laten. Het blauwe plastic wappert en ze rent ervandaan.
Vanuit de berm slaat ze gade hoe haar kuiken verdwijnt in de gapende bek. Zachtjes gakt ze.