13 mrt Bermgoed
Langs de kant van de weg ligt een eenzame schoen.
‘Waarom moet dat nou?’
‘Ik vind het fijn. Laat me nou!’
Hij schudt zijn hoofd en kijkt weer op de weg. ‘Als je hem straks kwijt bent…’
‘Ja hoor, alsof mijn schoen opeens uitvalt!’
‘Waarom denk je anders dat er altijd eenlingen in de berm zwerven?’
Ze lacht en veegt haar haren uit haar gezicht. Haar lange benen hangen uit het open raam, haar voeten wippen op en neer.
Plots knapt de gesp van de sandaal.